Gepubliceerd op:1 september 2019

Begin 2019 heeft de SP, in de persoon van Tweede Kamerlid Jasper van Dijk, een initiatiefnota ingediend bij de Tweede Kamer, met onder meer (a) het voorstel om het minimumloon te verhogen met 10 procent en (b) een uniform minimumuurloon te introduceren om verschillen in de minimumbeloning tussen sectoren op te heffen. De initiatiefnota is begin juli 2019 in de Tweede Kamer behandeld.

Per brief heeft de minister van SZW te kennen gegeven wel nader onderzoek te zullen doen naar uniformering van het minimumuurloon, maar niet voornemens te zijn het minimumloon te verhogen, vanwege de hoge kosten (budgettaire effecten), de verwachte negatieve effecten op de werkgelegenheid en het in internationaal perspectief al hoge niveau van het minimumloon.

De SP heeft SEOR verzocht om nader onderzoek te doen naar de budgettaire consequenties (gevolgen voor de inkomsten en uitgaven van de overheid) van een verhoging van het minimumloon. We hebben vier varianten doorgerekend, waarbij een verhoging van het minimumloon wordt gerealiseerd in stappen van respectievelijk 2,5 procent, 3,5 procent, 5 procent en 6 procent per jaar over een periode van 4 jaar. De volgende effecten zijn meegenomen in de studie: 

  1. Extra uitgaven aan uitkeringen die zijn gekoppeld aan het WML (AOW, bijstand, e.d.);
  2. Extra inkomsten via loonbelasting en premies (van werkenden op en rond minimumloonniveau en van degenen met een uitkering (AOW, bijstand, e.d.);
  3. Extra uitgaven aan personeel dat op en net boven het minimumloon werkzaam is bij de overheid en semioverheid (onderwijs, zorg, e.d.);
  4. Overige effecten, als gevolg van veranderingen in vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en op de afzetmarkten.
Expertise
Rapportage

Auteurs

 

Opdrachtgever: SP